De jongeren willen dat er naar hun geluisterd wordt, dat ze gehoord en gezien worden. Dat ze er toe doen. Daarom hebben jongeren onze aandacht. Daarom weten jongeren dat wij betrokken zijn. Het zit in ons DNA door ons levensverhaal en het heeft ons gevormd tot wie wij nu zijn. Vanuit onze ervaringen, als rolmodel of als betrokken medemens, een spiegel aan te bieden'. Dit is mijn verhaal:

Als kind op de lagere school heb ik het gevoel gehad dat ik er niet in paste, er niet bij hoorde en ik een apart geval was. Hoezeer ik ook mijn best deed. Op de L.T.S. was het meneer Stelz (docent Engels) die mij eruit pikte. Ik was anders dan de rest vertelde hij. In mijn gedrag en vaak de enige die een voldoende haalde voor Engels. Mijn best doen voor mijn ouders, meneer Stelz en anderen, heeft er voor gezorgd dat ik niet (op school) ben uitgevallen en ik bleef doorgaan. Maar mijn best doen was niet goed genoeg, er klopte iets niet. Op een bepaald moment leek het goed te komen. Met behulp van anderen rolde ik de gezondheidszorg in waar vragen werden gesteld als: “Jan, wie ben jij nu eigenlijk?”

Een opvatting; toen ik op éénentwintig jarige leeftijd de gezondheidzorg in ging, was het ‘eerst jezelf leren kennen voordat je de ander leert te kennen’. Vaak heb ik mee kunnen liften op wat anderen mij hebben aangedragen en mede daardoor kwam ik in situaties terecht waardoor ik steeds meer geluk heb ervaren. Het invoegen en aanpassen ging vaak wel goed, maar er waren ook veel (zachte) grenzen die ik tegenkwam. Kleur bekennen vond ik moeilijk, liever waaide ik met alle winden mee. In de omgang met collega Jan zat gevoelsmatig een houdbaarheidsdatum. Na 3 à 4 jaar stapte ik dan vaak weer op. Het schuurde vaak met bepaalde types, waarmee ik vervolgens de strijd aanging of ik de vlucht vooruit nam door te veranderen van (werk-) omgeving. Op een bepaalde manier ben ik misschien toch uitgevallen?

Vaak zat het mee en had ik ‘de wind in de zeilen’ door de kennis en ervaringen die ik onderweg, in al die jaren heen (door de levenslessen) heb opgedaan. Op vele vragen dacht ik de antwoorden te hebben gevonden. Inmiddels gelukkig getrouwd, drie prachtige kinderen en een vaste baan. Een ‘Selfmade man’ en wat betreft de Piramide van Maslow, actief in zelfontplooiing. Tijd voor bezinning, inspanning voor goede doelen en zorg voor alles en iedereen om mij heen. ‘De wind in de zeilen’ door de gunfactor van anderen om mij heen. De zoektocht naar erkenning was nog vaag. Ik dacht ik heb toch al een bepaalde status in deze prestatiemaatschappij verworven? Dat het leven een strijd is om de primaire levensbehoefte werd ondubbelzinnig duidelijk naar aanleiding van meerdere Live Events die ik heb mee gemaakt. Steeds meer teruggeworpen worden op mijzelf, maar wel blijven zorgen voor de mensen waar ik om geef. Inmiddels meer dan twintig jaar mantelzorger, op dit moment geen baan en bezig in het tweede jaar van de Master Pedagogiek, stel ik mijzelf de vraag: “Jan, wat wil je nu eigenlijk zelf?”

Antwoord; Ik wil kleur bekennen aan mijzelf. Trouw blijven aan mijn gevoel, waarden en principes. Op zoek blijven naar en het door ontwikkelen van mijn eigen authentieke talenten, eigenschappen en competenties om deze te kunnen gebruiken voor mijzelf, maar ook ‘in dienst van’ de jongeren en in ontwikkeling van een socialere samenleving.

De aanleiding voor dit onderzoek zijn mijn persoonlijke en pedagogische overwegingen. De ontwikkelingen die ik heb meegemaakt binnen het onderwijs, de hulpverlening en het sociaal ondernemen. De vaak teleurstellende ervaringen van de jongeren (en hun ouders) wanneer ze, voor de zoveelste keer over het hoofd zijn gezien, vergeten of niet goed genoeg of onvoldoende zijn bevonden. Dit kan en moet anders.

Mijn ideaal is dat in 2025 elke jongere die kan en wil mee doen, in school of werk, ook mee doet.